‘Wat hoor ik, wat zie ik, wat voel ik’
Thea Bongers is lid van de Raad van Toezicht (=RvT) van La Providence. Zij bezocht de Driesprong, waar bewoners met dementie wonen. Om je taak als toezichthouder goed te kunnen vervullen, brengt elk RvT-lid jaarlijks een werkbezoek. Niet alleen om medewerkers en bewoners te spreken, maar ook te letten op “wat hoor ik, wat zie ik en wat voel ik”, zoals Thea het zegt. Benieuwd naar haar ervaring? Je leest het hier.
In gesprek met …
‘Na een rondleiding, ging ik in gesprek met Christel van der Mee, verzorgende IG op de Driesprong. We spraken over werkplezier, digitalisering, werkdruk en samenwerking met de informele zorg. Christel vertelt dat ze met veel plezier op de Driesprong werkt: de bewoners, het team en de korte lijnen maken haar werk zo leuk. De zorg digitaliseert: “goed en onvermijdbaar”, geeft Christel aan. Niet voor iedereen makkelijk, maar “we helpen elkaar hier”. En de werkdruk: “jazeker, die is er”, waarbij ze als voorbeelden de in haar ogen onnodige registraties en de invoering van de nieuwe wet zorg en dwang noemt. Familie en netwerkcontacten inschakelen voor de verzorging en begeleiding van bewoners vraagt (te) veel van familie. Dat dit in de toekomst nog intensiever wordt, vindt Christel een zorgelijke ontwikkeling. Tip van Christel voor het mt: geef medewerkers tijdig zekerheid over hun werkplek, anders gaan ze wellicht naar een andere organisatie.
Ik sprak ook met een 84-jarige bewoner. Hij is erg positief over het wonen en leven bij La Providence. “Er hoeft hier niets te veranderen. Iedereen is aardig, er wonen veel mensen uit het dorp en ik doe hier ook nog gymnastiek, dat is belangrijk om fit te blijven.” Na een mooi werkzaam leven ervaart meneer het wonen bij La Providence als ‘een soort uitrusten’. We spreken over zijn leven, vroeger en nu. Ik zie een man die een grote tevredenheid uitstraalt vol hoop en vertrouwen op nog een lang leven. Bijzonder mooi om een inkijkje in zijn belevingswereld te krijgen.’
Wat ik voel
‘Wat me direct opviel bij de Driesprong is de rust in de gangen en de huiskamers. Je ervaart oprechte aandacht voor de bewoners. Er is een natuurlijk contact tussen de medewerkers onderling om bijvoorbeeld een extra oogje te houden op bewoners die onrustig worden. Ik zie een respectvolle omgang met bewoners. Wie kan spreekt Limburgs en iedereen wordt met de voornaam aangesproken. Het lijkt wellicht iets kleins, maar het is voor mij typisch La Providence. Alles wordt gedaan om bewoners zich hier als thuis te laten voelen.’
Terugblik
‘Ik kijk terug op een zeer waardevolle dag. De gedachte blijft hangen: Als we onze samenleving en woonwijken meer dementievriendelijk zouden inrichten, zou meneer dan in deze fase van zijn dementie ook bij La Providence wonen? Met een goed gevoel kijk ik terug op het gesprek met Christel, haar openheid en eerlijkheid. Altijd weer fijn om een medewerker te mogen ontmoeten met het hart op de goede plek, passie voor het vak en betrokkenheid bij de organisatie. Het inspireert mij om er als toezichthouder alles aan te doen om de kracht van La Providence te behouden. Dichtbij, zoals thuis en fijn om er te werken!’