‘Geweldig dat ik hier mag wonen’
Dat zijn de woorden van zuster Mathilde op de vraag hoe het is om in La Providence te wonen. La Providence kent een rijke historie. Al vanaf 1690 is dit een onderkomen voor zusters. De Orde van de Ursulinen vestigde er een school en internaat. Inmiddels is La Providence een onderkomen voor religieuzen op leeftijd. Vanaf 2000 werd er een zorgcentrum gebouwd. Zuster Mathilde en zuster Fidelis, beiden begin 90 jaar, wonen en leven hier nu ruim anderhalf jaar. Hoe bevalt het ze?
‘Geweldig dat ik hier woon’, zegt zuster Mathilde meteen. ‘Er is hier zo’n goede verzorging. We worden geholpen met aan- en uitkleden, wassen, douchen. Dat vind ik belangrijk, want dat kan ik niet alleen.’ ‘En de vriendelijkheid van het personeel. Als je wat vraagt, helpen ze je altijd’, zegt zuster Fidelis. Zuster Mathilde vult aan: ‘Het eten, dat is hier ook geweldig, het vlees zo zacht en volop variatie, fantastisch. Ik kijk altijd uit naar het eten.’ ‘Ik ook’, vervolgt zuster Fidelis. ‘U moet weten, ik ben een oorlogskind. Dan leer je blij te zijn met alles. Ook in de missie heb ik me met eten helemaal moeten aanpassen, Maar kijk, ik ben niet ziek geworden, ik ben er nog steeds. Ik geniet volop van het lekkere eten hier. En in de zomer heerlijk op het terras.’ ‘Ja’, beaamt zuster Mathilde, daar kun je ook ’s avonds zo lekker zitten.’
Onze afleiding
‘We hebben als zusters onze eigen activiteiten; zo hebben we op dinsdag na de ochtenddienst een bijeenkomst. Verder doen we maar wat graag mee aan activiteiten met de andere bewoners. Wij doen overal aan mee. Want dan hebben wij ook onze afleiding, hè,’ lacht zuster Mathilde. ‘Ja, dat vinden we juist gezellig’, zegt zuster Fidelis. ‘Er gebeuren hier zulke leuke dingen’, vervolgt zuster Mathilde. ‘Zo is er donderdag weer zingen, we vieren hier carnaval, er komt zelfs een circus, heel bijzonder. En kienen doe ik graag. Daar krijg ik hulp bij omdat ik niet goed meer zie. Zo fijn dat ik op die manier toch kan meedoen.’ ‘Dat kienen is dan weer niks voor mij’, zegt zuster Fidelis, ‘daar ben ik te ongeduldig voor.’ ‘Oh, maar dit is nou juist zo leuk’, zegt zuster Mathilde, ‘ik heb zelfs al een paar keer een prijs gewonnen.’
We zien naar elkaar om
‘Wij zien naar elkaar om bij La Providence. Zien we bijvoorbeeld dat een medebewoner veel alleen zit, dan gaan we daar eens bij zitten. En we helpen elkaar. Zo zorgt zuster Mathilde ervoor dat ik op tijd op de goede plaatsen kom. Want ik onthoud dat niet zo goed en dan loop ik met zuster Mathilde mee’, zegt zuster Fidelis. ‘Ik vind het leuk om samen naar de kapel te lopen. Dan zegt zuster Mathilde ’s avonds “Nou, tot morgen”. En dan weet ik, morgen is om 9.30 uur De Heilige Mis en dan sta ik om 9.15 uur klaar en klopt zuster Mathilde op de deur.’ ‘We wisselen ook spullen uit, zo heb ik een stoel van zuster Fidelis gekregen’. ‘Ja ik zag dat jij geen lekkere stoel had, dus dan ben ik van meteen van ‘alsjeblieft, deze is voor jou’, zegt zuster Fidelis. ‘Ik heb er nu nog drie over, dat is genoeg. Wij voelen elkaar goed aan.’ ‘Ja, we zijn goed voor elkaar’, vult zuster Mathilde aan. ‘Je kunt ons wel hartsvriendinnen noemen’, zegt zuster Fidelis. Ik praat met iedereen, maar zo goed als het met Mathilde klikt, dat is niet met iedereen. Dat komt denk ik ook omdat we samen onze inleiding in het kloosterleven hebben gedaan, jaren geleden. Een hele andere tijd.’
Ik voel me hier veilig
‘Er is ontzettend veel veranderd voor ons zusters. Ten goede! Het is allemaal minder streng. Vroeger mochten we nooit praten: aan het ontbijt en de diners was je stil en we hadden elke dag maar één uur recreatie, dat was het. De sfeer in de kloosters is echt veel beter geworden. Dat vind jij ook, hè?’ ‘Ja’, bevestigt zuster Mathilde. ‘Ik voel me hier veilig. Geestelijk veilig ook’, vervolgt zuster Fidelis. ‘Dat is een groot goed.’
Wensen?
‘Ik geloof dat ik het zo goed vind’, aldus zuster Mathilde. ‘Ik kan alleen maar zeggen dat ik heel dankbaar ben hier te wonen. We hebben het hier heel goed naar onze zin.’ Zuster Fidelis beaamt dat en voegt er tot slot aan toe: ‘maar weet, als je bij La Providence wilt verblijven, schrijf je dan wel op tijd in, anders heb je straks geen plek.’